Met het uitschrijven en uitdragen van onze zorgvisie willen we als school elk kind de mogelijkheid bieden om “te groeien tot hoog boven de wolken”.
Het is onze betrachting elk kind individueel te bekijken en met respect voor ieders eigenheid, talenten en beperkingen, optimale leerkansen te bieden. De schoolse vaardigheden zijn slechts een deel van onze opdracht. Streven naar zelfredzaamheid op vlak van sociaal-emotionele ontwikkeling, het formuleren van noden, het ontwikkelen en herkennen van talenten/interesses en het sterken van hun zelfvertrouwen behoren ook tot onze kerntaken.
Om een leerklimaat te creëren waarin we onze leerlingen optimale leerkansen bieden, is een gedragen zorgvisie fundamenteel. Door middel van een schooleigen en gedragen zorgvisie uit te schrijven, kunnen onze leerkrachten een planmatige en doelgerichte aanpak hanteren als basis voor concrete en doelgerichte realisaties van ons zorgbeleid. Ons zorgbeleid vormt een rode draad doorheen verschillende beleidsdomeinen.
Schoolcontext
Om ons zorgbeleid optimaal te houden, is een constante evaluatie noodzakelijk.
We evalueren de werking en het beleid door de resultaten ervan nauwlettend in het oog te houden, dit in evenwicht met de draagkracht van ons team.
Vanuit deze evaluatie worden de doelen en acties aangepast en krijgt het zorgbeleid vorm.
Het is de zorgcoördinator die, in samenwerking met het team, de acties bepaalt en uitwerkt.
Om data te verzamelen gebruiken we op onze school de volgende tools:
- De gegevens bij inschrijving. Het in kaart brengen van de achtergrond van de leerlingen.
- Bevragingen: gebruik van google-formulieren, enquêtes, …
- Buurtonderzoek
- Gesprekken met leerlingen en ouders
- Gesprekken met leerkrachten over de leerlingen (vorderingen, evaluaties, …), MDO, MDSO, …
- Toetsen: genormeerde toetsen vanuit het leerlingvolgsysteem, toetsen van het Vlaams beleid (KOALA, …), OVSG 6de leerjaar, ….
- Het dagelijks werk van de leerlingen
Zorg op schoolniveau
Elkaar ontmoeten en leren kennen doen we een eerste keer door de nodige aandacht te geven aan ons inschrijvingsbeleid. We zorgen voor een gemoedelijke sfeer met een vriendelijke ontvangst en een rondleiding op school.
We zorgen op school, maar ook buiten de school, voor een warme leer- en leefomgeving. Jaarlijks worden er heel wat activiteiten georganiseerd waarop ouders, grootouders en familieleden welkom zijn om gezellig samen te zijn en te genieten van informele contacten met leerkrachten en ouders.
Communicatie
De open(-hartige) schoolcultuur, waar iedereen welkom is, vereist een eerlijke en open communicatie.
De informele vorm van ouderbetrokkenheid en communicatie die hierboven beschreven werd, trekken we door in de vorm van formele momenten door gebruik te maken van de welbekende ouderavonden en oudercontacten.
In de communicatie naar ouders toe is het belangrijk dat de boodschap die we willen overbrengen correct is en duidelijk begrepen wordt. Tijdens deze momenten worden de rapporten en vorderingen van jullie kind op school besproken.
Bij ‘slecht nieuws gesprekken’, waarbij de aanpak en de resultaten van maatregelen die we als school nemen, kunnen klasleerkrachten zich laten bijstaan door zorgcoördinatoren. Eenvoudige afspraken en duidelijk taalgebruik zijn op deze momenten onze beste vriend.
Uiteraard werkt communicatie in twee richtingen en zijn wij als school (klasleerkrachten, zorgcoördinatoren, directie, enz.) steeds bereid om in gesprek te gaan. Voor kleine vragen is het mogelijk om dit als ‘walk in’ te doen. Indien de vragen meer gewicht hebben, is het aangeraden een afspraak te maken. Op deze manier kunnen we voldoende tijd vrij maken om deze gesprekken mooi af te ronden en ervoor te zorgen dat iedereen zich gehoord voelt.
Samenwerking met externen
Door interscholaire samenwerkingen worden er nieuwe ontwikkelingen besproken binnen het zorgcontinuüm en krijgen zorgcoördinatoren de kans om bepaalde zorgpunten te bespreken. Deze inzichten worden tijdens wekelijkse overlegmomenten tussen zorgcoördinatoren, zorgleerkrachten en directie gedeeld en uitvoerig besproken.
Wij gaan voor de maximale ontplooiing van je kind en geloven als school dat een goede opvolging inzake hun sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling op school uitermate belangrijk is. De wijze waarop we hieraan werken, wordt uitvoerig besproken in ons zorgplan.
Wij willen als brede school samenwerkingen aangaan met externe partners. Er lopen heel wat samenwerkingsverbanden die ons als school rijker maken en ons helpen om een bredere schoolcontext te creëren waar alle kinderen baat bij hebben. Deze partners komen ook aan bod in ons plan van de leerlingenbegeleiding.
Onze klastitularissen, zorgleerkrachten en zorgcoördinatoren brengen elks op zich een bepaalde expertise met zich mee door hun ervaringen en netwerkcontacten. Dit volstaat echter niet altijd om optimale leerkansen te bieden waarbij alle leerlingen zich geruggesteund voelen.
Om in te spelen op de noden van de kinderen en onze leerkrachten sterker te maken en te ondersteunen, kunnen wij beroep doen op experten die worden uitgezonden door het ondersteuningsnetwerk. Zij brengen expertise binnen en werken op verschillende niveaus (leerlingondersteuning, leerkrachten ondersteuning, enz.).
Leerkrachten laten zich tevens ondersteunen door samenwerkingsverbanden aan te gaan met hogescholen, ouders in te schakelen, enz.
Zorg op leerlingniveau
De klastitularis is op de eerste plaats verantwoordelijk voor de klaswerking en zorgt ervoor dat leerlingen zich goed en betrokken voelen in de klas. Een veilig klasklimaat creëren op school wil zeggen dat de leerkrachten differentiëren op niveau van leerstof, instructie, het aanbieden van extra materiaal, enz. (Fase 0)
Om deze differentiatie omtrent extra zorgvragen te kunnen bolwerken, worden de kinderen en klasleerkrachten extra ondersteund door de zorgleerkracht. Zorghulp en teamteaching zijn hier een belangrijke gegeven evenals het werken in kleine groepjes zodat de leerlingen op eigen niveau geholpen worden. (Fase 1)
Indien de zorgnoden van een leerling groter zijn dan klastitularis en zorgleerkrachten in fase 0 en 1 kunnen bieden, wordt er naar aanleiding van een specifieke aanpak individuele hulp geboden door externen (ondersteuningsnetwerk, therapeuten, …). (Fase 2)
Van zodra er na verloop van tijd, evaluatie/reflectie en grondig overleg tussen alle betrokken partijen (school, CLB, externe hulp, ouders en kinderen) blijkt dat de genomen maatregelen onvoldoende ondersteuning bieden, wordt er gekeken naar een overstap naar school op maat. (Fase 3)
Fase 0 – brede basiszorg
Vanuit de visie op onze zorg zorgen we voor een krachtige leeromgeving waar we de ontwikkeling van alle leerlingen stimuleren en problemen trachten te voorkomen. Waar we de leerlingen systematisch opvolgen en we actief werken aan het verminderen van risicofactoren, alsook het versterken van beschermende factoren.
Fase 1 – verhoogde zorg
Onze school voorziet extra zorg onder de vorm van RECORDIS (remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen). Dit afgestemd op de individuele situatie en onderwijsbehoeften van deze leerlingen.
Remediërende maatregelen: de school biedt aangepaste hulp binnen het gemeenschappelijk curriculum.
Differentiërende maatregelen: de school past het onderwijsleerproces aan binnen het gemeenschappelijk curriculum.
Compenserende maatregelen: de school biedt pedagogische of didactische hulpmiddelen aan waardoor de doelen van het gemeenschappelijk curriculum kunnen bereikt worden.
Fase 2 – uitbreiding van de zorg
In deze fase hebben de maatregelen van de verhoogde zorg onvoldoende effect. De maatregelen uit fase 1 worden verdergezet, maar er zal een uitgebreidere analyse komen door het CLB.
Het doel is de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften zo goed mogelijk in kaart te brengen. Dit met het oog op het formuleren van adviezen en het juiste onderwijsaanbod te duiden.
Fase 3 – individueel aangepast curriculum (IAC)
Als de maatregelen uit de vorige fasen ontoereikend blijken te zijn en er dient afgeweken te worden van het gemeenschappelijk curriculum, dient er overgegaan te worden tot een IAC.
Het gemeenschappelijk curriculum blijft de basis, maar er worden doelen geselecteerd die gericht worden op de individuele onderwijs- en opvoedingsnoden en mogelijkheden. Het handelingsgericht werken en de handelingsplanning zijn hierbij cruciaal.
Het verslag van het CLB en het leerlingdossier zijn belangrijke documenten in deze fase.
Bij een IAC kan de leerling het getuigschrift basisonderwijs in bepaalde gevallen nog behalen, indien de doelen uit het individueel aangepast curriculum gelijkwaardig zijn aan de doelen van het gemeenschappelijk curriculum (de inspectie kan dan bevraagd worden). De klassenraad beoordeelt dit proces.
Een leerling die een IAC volgt ontvangt steeds, bij het voltooien van het lager onderwijs, een schriftelijke verklaring als basis voor de verdere schoolloopbaan.